De woestijnprofeet

Impressie van de tweede lezing gehouden door prof. dr. Jakob van Bruggen, door Annemarie Krijger. Onderaan deze pagina is de hele tekst van de lezing te vinden.

Op 30 oktober gaf Prof. dr. Jakob van Bruggen zijn tweede lezing, ditmaal scherpstellend op Johannes de Doper, de profeet in de woestijn. Het publiek is overwegend christelijk, maar er is ook een aantal moslims aanwezig. Voor hen is Johannes de Doper (in de koran ‘Yahya’ genoemd) niet geheel onbekend.

Van Bruggen schetst de profeet Johannes treffend als een woestijnbewoner. Hij gaat niet zelf de steden in, maar roept het Joodse volk de woestijn in. Hij roept de mensen op om kopje onder te gaan in de Jordaan als een teken van boete en bekering. Wie zich liet dopen wilde deel krijgen aan de komende genade van God.

Zo maakte Johannes diepe indruk op het volk. Maar hij komt niet namens zichzelf. Hij kondigt iemand aan die sterker is dan hij en wekt zo een gigantische verwachting. De grootste profeet die ooit opstond in Israël, het sluitstuk van alle voorgaande profeten wijst op wat komen gaat. Of liever gezegd: op Iemand. Zijn vader Zacharias profeteerde het al; hij is de profeet die voor de Allerhoogste uitgaat, en de weg bereidt. (Lukas 1: 76) “Verbijsterend, voor zijn tijdgenoten en voor ons,” erkent Van Bruggen. Alle uitspraken van Johannes de Doper leiden tot een confronterende vraag: Wie is die Iemand?

Van Bruggen bepleit dat het optreden van Johannes de Doper, tussen Mozes en Mohammed, helderheid kan scheppen in het gesprek tussen joden, christenen en moslims. Het gaat christenen immers niet enkel om wat Jezus over zichzelf zegt, maar ook om wat over Hem gezegd wordt. Eerst in het Oude Testament, dan door Johannes; er komt een Man, die tegelijk de Rechter op de dag des oordeels is. Op sandalen. De grootste profeet acht zich zelfs niet waardig die schoenen aan te raken. Johannes wijst Jezus aan.

Na de pauze volgt een stevig vraaggesprek, waarin verschillen niet uit de weg worden gegaan. Er wordt opgemerkt dat moslims toch ook in Johannes en Jezus geloven; waarom christenen op hun beurt niet in Mohammed? “Het ‘geloven in Jezus,’ zoals Johannes hem aankondigt betekent wel iets heel anders,” stelt Van Bruggen. Sommige opmerkingen verwijderen zich wat van het onderwerp, anderen komen haarfijn tot de kern. Moeten we die profetieën wel wel letterlijk nemen,  dat de Allerhoogste werkelijk naar de aarde zou neerdalen?  Voor een moslim is dat onbestaanbaar. “Een christen,” plaatst Van Bruggen daar tegenover, “geeft zich aan die openbaring over.” Vragen halen naar voren hoe Johannes wel en niet de profeet Elia is. En waarom Jezus komt om te redden, maar tegelijkertijd zulke zware oordelen uitspreekt. Wat is volgens de aanwezige moslims de meerwaarde van Mohammed, na Johannes de Doper? De hoge plaats die Mohammed bij Allah heeft; om hem werd volgens verschillende moslims het universum geschapen. Dat toe te schrijven aan een mens klinkt christenen vreemd in de oren. Er wordt later nog verwoed over nagepraat.

De lijn tussen informeren en vragen stellen en getuigen vervaagt in de loop van de avond. De vraag is of ze eigenlijk wel bestaat. Wel ervaren we samen het verschil tussen elkaar bevragen en uitleg geven, en een expliciete oproepen tot bekering. Wel ervaren we samen het verschil tussen elkaar bevragen en uitleg geven, en expliciet oproepen tot bekering. Elkaar vragen stellen en uitleg geven, paste beter bij het doel van de lezing: iets wijzer worden over Johannes de Doper. Wat mij betreft is dat gelukt: De persoon van Johannes de Doper lichtte verrassend op als ‘De profeet van de Messias’. 

De profeet van de Messias