De ChristenUnie moet haar visie op Jeruzalem als ‘ongedeelde hoofdstad’ van Israël opgeven, meent Ad de Bruijne. Partijleider Arie Slob, ziet geen reden voor een debat. Ex-parlementariër Eimert van Middelkoop vertelt dat bij de oprichting van de CU van het ‘ondeelbare’ van de RPF al ‘ongedeeld’ is gemaakt. ‘Een prachtig compromis’, oordeelt hij: ‘ondeelbaar’ is programmatisch, ‘ongedeeld’ slechts een feitelijke constatering waarbij je vrijmoedig je vragen mag stellen. Aldus het Nederlands Dagblad van 11 december 2012.

Intussen is voor een beetje moslims Jeruzalem wel degelijk ondeelbaar eigendom van ‘het huis van de islam’!

Tekst: Marten de Vries

Al Quds

In de wegbezuinigde openbare bibliotheek aan de Vierambachtstraat in Rotterdam heeft zich ‘Al Quds’ gevestigd. Al Quds betekent ‘De Heilige’, waarmee de voor moslims heilige stad Jeruzalem bedoeld wordt (‘stad’ is weggelaten.) Het is voor moslims de derde heilige stad ter wereld, na Mekka en Medina.[1] Aan de buitenkant van het pand zie je een heel aantal posters van de Rotskoepel: een gedenkplaats die in de zevende eeuw op de Tempelberg werd neergezet nabij de Al-Aqsa moskee.

Volgens de traditie zou Mohammed op die plaats zijn ‘miraadj’, hemelvaart, begonnen zijn die moslims jaarlijkse herdenken in ‘de Nacht van de Ladder’ (het woord ‘miraadj’ betekent letterlijk ‘ladder’). Mohammed passeerde met Gabriël Adam in de eerste hemel, Johannes en Jezus in de tweede, Jozef, Henoch, Aäron en Mozes in respectievelijk de hemels drie tot en met zes, en in de zevende hemel ontmoette hij Abraham.

Ten slotte ontmoette Mohammed Allah en die beval hem dat moslims vijftig keer per dag de salaat moesten bidden. Op de terugweg zei Mozes dat dit teveel was en Mohammed ging terug naar God. Dat gebeurde een paar keer waarop vijftig tien werd en tien tenslotte vijf. (De hadieth doet verdacht veel denken aan Abraham en Sodom.)[2]

Al Quds afficheert zich uitdrukkelijk als ‘cultureel centrum’. ’t Is maar wat je cultureel noemt: het is eerder een equivalent van een evangelische boekwinkel waarin je overigens uiterst vriendelijk te woord wordt gestaan..

Maar waar je op geen enkele manier omheen kunt is de overduidelijk gedemonstreerde claim dat Jeruzalem onopgeefbaar en ondeelbaar islamitisch behoort te zijn.

Oorlogsbeelden

Of ik nu vanaf het Middellandplein richting Al Quds wandel of de andere kant op, overal worden eethuisjes gerund door moslims. In de meeste van die lunchrooms staat de hele dag de televisie aan. Geen Nederlandse zenders. De hele dag komen via de satelliet oorlogsbeelden uit het Midden-Oosten binnen, die worden afgewisseld met opgewonden commentaren en koranrecitaties.

Direct achter de voordeur begint duidelijk een andere wereld: Islamistan. Terwijl niet-moslims regelmatig danken dat we in vrede mogen leven is het daar de hele dag oorlog. En het middelpunt ervan is Al Quds, in Bijbeltaal: ‘Sion, mijn heilige berg’.

Het staat symbool voor de manier waarop veel moslims – zo niet: de meeste – in Nederland denken. Ze leven niet alleen in Nederland maar in de wereld waarin een strijd woedt op leven en dood. Tussen moslims onderling binnen de ‘Daar al-Islaam’ (‘het huis van de islam’) en tussen moslims en Westerse machten van de ‘Daar al-Harb’ (‘het huis van de oorlog’). De staat Israël is een wangedrocht. Vanwege het lot van alle zielige Palestijnen. Maar niet minder belangrijk is de herovering van Al Quds!

Het gesprek met moslims gaat niet direct over Jeruzalem. Tenzij je erom vraagt. Toch is het mij meer dan eens overkomen dat ik aan de tand werd gevoeld over mijn mening ten aanzien van de Palestijnse kwestie in het algemeen en Jeruzalem in het bijzonder. Iemand die als christelijke voorganger in gesprek met moslims wil moet zich natuurlijk eerder blootgeven.

Het  gebeurde bijvoorbeeld toen ik twee jaar terug in het ziekenhuis lag. Een ziekenhuisimam (her)kende mij van door ons beiden bezochte bijeenkomsten; onder meer een lezing door Tariq Ramadan over dé kwestie. Het ging even over wat mij mankeerde en spoedig erna moest ik – terwijl de hele zaal kon meegenieten – bekeerd worden tot het ‘geloof’ dat de Zionisten moesten worden verdreven en Jeruzalem bevrijd. Het Westen kon er wat aan doen. Ambassades in Tel Aviv? Dat is slechts symboolpolitiek zolang het hoge woord er niet uit komt: Jeruzalem is voor de moslims!

Gelukkig Gereformeerd

Ook op zo’n moment denk ik: gelukkig dat ik Gereformeerd ben. Niet dat ik ook maar iets heb met hatelijke aspiraties van Hezbollah of Iran om de Joden de zee in te drijven of vind dat Jeruzalem ‘Al Quds’ moet heten en het ondeelbaar bezit van moslims moet zijn vanwege de overlevering over Mohammeds nachtelijke reis. Maar ik kan mij beperken tot politieke argumenten – zover ik die beheers – en hoef ik geen onnodige barrière voor het evangelie op te werpen.

Ik mag niet alleen mijn vragen hebben bij het CU-compromis maar heb zelfs een overtuiging. Zover het religie betreft, is de ‘kwestie Jeruzalem’ joods-islamitisch waar ik als christen buiten sta. En zover ik recht heb om te oordelen voor wie van beiden het bestemd is, heb ik weinig meer te zeggen dan wat in Psalm 24 staat: ‘Van de HEER is de aarde en alles wat daar leef, de wereld en wie haar bewonen’. En zoals in Zuid-Afrika zwarten en blanken moeten zien samen te leven, geldt dat voor ‘Stad en ommelaand’ aan de oostkant van de Middellandse Zee voor ieder die er nu eenmaal woont.

Hoezo ‘gelukkig Gereformeerd?’ Er bestaat volgens de Gereformeerde dogmatiek slechts één verbond, zij het in twee bedelingen. ‘Het Israël van God’[3] moet zich, samen met mensen van alle ‘in Isrel ingelijfde’[4] volken, niet meer moet focussen op een aardse hoofdstad maar op het hémelse Jeruzalem.[5]  Er bestaan geen openstaande beloften meer voor Israël met een status aparte los van Christus’ wereldwijde kerk. Zou dat wel zo zijn, dan hadden we tegelijk een probleem: dan zijn er ook separate beloften voor Ismaël. En voor Egypte.[6]

‘Het hemelse Jeruzalem is vrij, en dat is onze moeder.[7] ’Wat zal het geweldig zijn wanneer al Abrahams kinderen thuiskomen bij onze moeder door de erkenning van God als Vader van Jezus Christus.

 


[1] Medina betekent overigens juist weer ‘stad’ en is een afkorting van ‘de stad van de profeet’, de naam die het vroegere Yathrib kreeg nadat Mohammed zich er had gevestigd. Voor niet-moslims is het verboden Mekka en Medina te betreden.

[2] Genesis 18.

[3] Galaten 6,16.

[4] Psalm 87:4 (berijmd; Gereformeerd Kerkboek).

[5] Galaten 4,26.

[6] Met alle waardering  was dit de kritiek die ik tijdens de door Het Kruispunt (www.hetkruis.org) georganiseerde presentatie uitte op het overigens zeer instructieve boek van Jacob Hoekman (verslaggever bij het Reformatorisch Dagblad annex hbo-theoloog) ‘Zonen van Ismaël’. Zie: https://www.hetkruis.org/nieuws/ , verslagen gepubliceerd op 6 december 2012.

[7] Zie voetnoot 5.