Innocence of Muslims – incense of Christians

Rond het jaar 60 schreef Paulus een brief aan de kerk in Kolossenzen. Terwijl hij deze brief schreef, zat hij gevangen vanwege het feit dat hij het Evangelie van Jezus Christus verkondigde. Een gedeelte uit deze brief (Kolossenzen 4 vers 2 t/m 6) luidt als volgt:

Blijf bidden en blijf daarbij waakzaam en dankbaar. En bid dan ook voor ons, dat God deuren voor ons opent om het mysterie van Christus te verkondigen waarvoor ik gevangenzit, en bid dat ik het mag onthullen zoals het moet. Gedraag u wijs tegenover buitenstaanders en benut iedere gelegenheid, en als u wilt weten hoe u op de mensen moet reageren: vriendelijk, maar beslist.

In Nederland wordt hoog opgegeven van de vrijheid van meningsuiting. Naar aanleiding van het verschijnen van de spraakmakende film ‘Innocence of Muslims’ is er wereldwijde onrust ontstaan. Vragen die in Nederland spelen, zijn: wat houdt vrijheid van meningsuiting in, en hoe krijgt dit vorm in de samenleving?

Voor christenen brengt dit een belangrijke vraag met zich mee. Hoe spreken we óver moslims? Hoe spreken we mét moslims? Paulus zat gevangen vanwege het verkondigen van het Evangelie; christenen in Nederland hebben alle vrijheid om te spreken over Jezus Christus. Hoe gebruiken wij die vrijheid, hoe spreken wij over onze islamitische landgenoten?

Een principe wat wij bij Het Kruispunt proberen te hanteren, is de volgende: als organisatie, die namens de kerk het contact zoekt met moslims, hoeven wij niet negatief te spreken over de islam of over Mohammed. Ons verlangen is om positief te spreken over onze Heer, Jezus Christus. Hém willen wij laten schitteren, Hém willen wij eren met onze woorden.

Wat een ontspannen houding geeft dat; niet wij hoeven te oordelen over de islam, of over Mohammed. Maar wij mogen spreken over Wie ons het diepste beweegt, Wie ons het meest lief is. Wij getuigen niet tegen de islam, maar voor het goede nieuws van Jezus, de Heer!

Vrijheid van meningsuiting krijgt dan een andere betekenis; een betekenis die dichter bij de houding van Paulus komt, hoewel hij gevangen zat: het mysterie van Christus verkondigen, waarbij we vriendelijk maar beslist op mensen reageren.

En daar blijft het niet bij. Paulus roept op om te bidden. Te bidden dat God deuren opent om over Jezus Christus te spreken. Te bidden dat we de juiste woorden gebruiken wanneer we over Jezus spreken. ‘Zet, Heer, een wacht voor mijn lippen; behoed de deuren van mijn mond’, (Psalm 141 vers 3, berijmd). De ‘Innocence of Muslims’ hoeft dan vanuit de kerk niet aangevallen te worden; de kerk mag daarentegen haar gebeden voor moslims als ‘incense’ (reukwerk) voor Gods aangezicht laten zijn (Psalm 141 vers 2).

En zelfs dan gaat het nog verder. Onze gebeden (voor moslims) mogen als wierook opstijgen voor Gods aangezicht. Maar wijzelf, in ons navolgen van Christus, ‘wij zijn de wierook die Christus brandt voor God’ (2 Korinthe 2 vers 15). Navolgers van Christus verspreiden een geur; een geur ten dood voor hen die verloren gaan, of een geur ten leven voor hen die worden gered (vers 15-16). Het is mijn verlangen dat de ‘geur van het leven’ zal overheersen;dat velen door de geur die verspreid wordt door volgelingen van Christus, het leven vinden!

‘Innocence of Muslims’ en ‘incense of Christians’. In letters bijna hetzelfde woord. Maar in blikrichting een groot verschil.

Door Erika van Nes – Visscher