,

De andere wang?

Lang geleden klonk, uit de mond van een voor veel moslims gezaghebbende geleerde, Ibn Taymiyya, stevige kritiek op het geloof van de christenen. Het milde, zachtmoedige onderwijs van Jezus benadrukte liefde en genade, om de trots en hardheid die de Joodse wetten meebrachten te bestrijden. Er wordt in het evangelie vooral opgeroepen tot goedheid, vergevingsgezindheid en het verdragen van onrecht. Maar de christelijke gemeenschap liet Jezus’ onderwijs ontaarden in laksheid, zodat het goede niet meer nagestreefd, en het kwade niet meer verboden werd.  Zo’n al te grote nadruk op genade en liefde is niet goed voor de samenleving. Het kan ook de onderdrukte geen bescherming bieden. Jezus’ onderwijs werd pas hersteld in de Islam. De regels van de Islam zijn immers minder streng dan de al te harde Joodse wetten, maar praktischer en rechtvaardiger dan het christelijk geloof. De (gulden) Middenweg wordt de islam door moslims wel genoemd. 1

Deze visie op het christelijk geloof is ook vandaag de dag nog springlevend. Een veelgebruikte illustratie, of internetforums en in gesprekken tussen christenen en moslims, is daarbij de Bijbeltekst over de ‘linkerwang.’ Het is in Nederland een gangbare uitdrukking geworden: ‘de andere wang toekeren.’ Het betekent dan zoiets als ‘zachtmoedig een belediging of onrecht te incasseren’. Geen geweld, maar radicale zachtmoedigheid. Niets oog om oog, tand om tand! Maar, zo stellen veel moslims: dat laatste wordt juist door de islam weer in ere gesteld. Want zonder recht te doen wordt de wereld toch een chaos! En dat kan een christen natuurlijk niet ontkennen.

In deze korte bijbelstudie willen we als een soort oefening de betwiste tekst eens nader bekijken. Wat bedoelde Jezus eigenlijk met dit stukje onderwijs? En is dat echt zo onpraktisch?

Mattheus 5:38

38 Jullie hebben gehoord dat gezegd werd: “Een oog voor een oog en een tand voor een tand.” 39 En ik zeg jullie je niet te verzetten tegen wie kwaad doet, maar wie je op de rechterwang slaat, ook de linkerwang toe te keren.

 Oog om oog, tand om tand, dat staat toch in de Bijbel? Spreekt Jezus hier dan een stukje Oude Testament tegen? Leviticus 24: 19-20 is er toch duidelijk over: “een breuk voor een breuk, oog voor een oog, tand voor een tand..” Is Jezus hier inderdaad mild en al te idealistisch? Wordt de rechtvaardigheid met voeten getreden, als God juist degene die kwaad doen de hand boven het hoofd lijkt te houden? Aangezien Jezus in vers 17-19 nog stelde, dat hij de Wet en Profeten (de boeken van het Oude Testament) allerminst wilde afschaffen of afzwakken, maar juist kwam vervullen, kan hij dat toch niet bedoeld hebben.  Maar wat dan wel?

Het ‘oog om oog, tand om tand,’ gaat in de Bijbel over rechtspraak. Het is geen oproep om zo hard en afschrikwekkend mogelijk te reageren op elke mogelijke overtreding. In Leviticus is de tekst juist bedoeld, om aan te geven dat de straf in verhouding moet blijven tot de misdaad. Een grote misdaad, een grote straf, een kleinere misdaad, een kleinere straf. De tekst is bedoeld voor degene die aangesteld zijn om recht te spreken. Jezus’ opdracht betekent dus dat zijn leerlingen niet zelf de wraak moeten zoeken. Dat is wat anders, dan afstand doen van je rechten. De Bijbel erkent de overheid, de rechterlijke macht, als een soort dienstknecht van God.2Die spreekt recht, zodat er geen buitensporige, onrechtvaardige wraak in de straf kan sluipen. Geen doodvonnis vanwege een diefstal, ook geen wraak nemen op onschuldigen. Niet zelf dat oog blauw slaan, of die tand eruit, om je gezicht te redden of wraak te nemen op wie je vernederde.

Wanneer een beroep op de overheid niet mogelijk is, rest een volgeling van Jezus nog een keuze. Hóe je dat onrecht lijdt. Hoeveel onrecht je ook lijdt, het geeft je nooit het recht om zelf onrecht te doen. Je mag nooit de gemeenheid van een ander tot je eigen maatstaf maken. Niet wat een ander ons aandoet is de maatstaf voor ons handelen, we zijn in Christus vrijer dan dat! Wraak nemen hoeft dus ook niet. Je hoeft je handelen niet door iemand anders dan God te laten bepalen. De Bijbel stelt: het  is dan nog altijd beter om onrecht te leiden dan om zelf onrecht te gaan doen.3 En God belooft, dat Hij uiteindelijk de grote Rechter zal zijn.4

Jezus roept vervolgens wie Hem willen volgen op zich “niet verzetten tegen wie kwaad doet, maar wie je op de rechterwang slaat, ook de linkerwang toe te keren.” Dat wordt soms, door moslims én christenen, uitgelegd als een soort gebod om altijd vriendelijk glimlachend het onderspit te delven. Wat je ook te verduren krijgt, laat het maar over je heenkomen, en bijt in ieder geval nooit van je af. Zo wil Jezus dat. Maar die uitleg gaat mank, zodra je het praktisch proberen te maken. Gepeste kinderen krijgen het dan zwaar op de speelplaats en slachtoffers van mishandeling hebben helaas verder te denken dan een oog, tand of wang! Mag het betekenen dat zakenlieden zich moeten laten afzetten, of nog dringender: mag ‘de linkerwang’ betekenen dat je gewoon berust in de uitmoording van je dorp of familie? De twijfel, dat het christelijk geloof dan toch wetteloosheid in de hand werkt, is dan goed voor te stellen.

De teksten van Mattheus 5 en 6 vragen ons dus nauwkeurig lezen. Gie Vleugels merkt dan terecht op, dat Jezus zijn eigen advies in ieder geval niet letterlijk opvat. Ook niet als een gebod, om alles maar te accepteren. Wanneer Hijzelf geslagen wordt, tijdens een ondervraging, een schijnproces, (Johannes 18:23) houdt hij zich niet stil. Jezus reageert juist met een confronterende vraag: “Als ik iets verkeerds gezegd heb, zeg dan wat er verkeerd was, maar als het juist is wat ik heb gezegd, waarom slaat u me dan?”5

Als hij het zelf niet letterlijk in praktijk brengt, wat kan Jezus dan wel bedoelen? Tot zover werd duidelijk  wat Jezus wil, dat zijn leerlingen niet doen. Maar wat dan wel? Terug naar Mattheus 5:38. Het woord dat daar in het Nederlands vertaald wordt met ‘biedt geen weerstand’ betekent eigenlijk: wordt geen tegenstander. Wordt geen vijand, van degene die je kwaad doet. Dat betekent: zoek niet het kwaad voor hem. Dat strookt met het eerdere verbod op ongebreidelde wraak: zoek geen onrecht voor hem. Jezus vraagt zijn volgelingen niet, om voor zichzelf zoveel mogelijk kneuzingen te zoeken of per definitie het onderspit te delven. Ook niet om innerlijk onverschillig te blijven. Wat Hij vraagt gaat er ver bovenuit.

Jezus vraagt ons in deze tekst het goede te zoeken voor die ander. Ook uit Paulus’ samenvatting in Romeinen 12, blijkt dat: “Vergeld geen kwaad met kwaad, maar probeer voor alle mensen het goede te doen.” Wat Jezus vraagt gaat uiteindelijk dieper dan een letterlijke interpretatie. Het vraagt heel ons hoofd, en ons hart. En tegelijkertijd drukt hij het zo concreet uit, dat je zijn opdracht onmogelijk kunt afzwakken. Het goede voor de ander zoeken, ongeacht de schade die het kan kosten, vraagt soms veel meer van je, dan stilletjes het onderspit delven. Dan te buigen voor onrecht. Het kan je juist meer schade opleveren. Ook een klap op de andere wang krijgen is helemaal niet onwaarschijnlijk, zoals sommige uitleggers optimistisch stellen. Zoals Jezus’ uiteindelijk ook voor zijn belagers de gang naar het kruis verder maakte, maar niet zonder hen te confronteren met hun houding ten opzichte van Hem. Wel biddend voor hen. Want Hij zocht het goede voor hen.


1) Ibn Taimiyah, Answering those who Altered the religion of Jesus Christ, Ash-Shahhat Ahmad at-Tahhan (red.)  Mekkah: Umm al-Qura, 2003. 328-337.2) Romeinen 13:1 vv.
3) 1 Petrus 3:16,17
4) Deuteronomium32:35, Romeinen 12:19.
5) Gie Vleugels in “Ongemakkelijke teksten van Jezus,” Rob van Houwelingen & Reinier Sonneveld red., Amsterdam:  Buijten en Schipperhein Motief, 2011. 38, 39.