,

God bewijzen

Opinie-artikel door Erika van Nes

Eind januari vond het plaats: het nationaal religiedebat. Een aantal wetenschappers ging met elkaar in debat naar aanleiding van het recent verschenen boek ‘God bewijzen; Argumenten voor en tegen geloven’. Het is niet mijn bedoeling een recensie over dit boek te schrijven. Wat mij echter prikkelt, juist in het contact met moslims, is de titel van dit werk: ‘God bewijzen’.

Als het gaat om geloven in (een) God vind ik het – in tegenstelling tot het gesprek met veel autochtone Nederlanders – een verademing om met moslims in gesprek te zijn. Geloof in het bestaan van God is vanzelfsprekend. Dit geeft het gesprek tussen moslims en christenen gelijk een stuk diepgang: het uitgangspunt is dat God bestaat, en wanneer we dat beide aanvaarden, praten we over zaken die voortvloeien uit dit uitgangspunt. Als God bestaat, wie is Hij dan? Als God er is, hoe kijkt Hij naar mensen? Als Gods bestaan werkelijkheid is, hoe verhoudt zich dat tot het dagelijks leven in deze wereld? Maar ook: als God bestaat, en Hij is zoals ik geloof dat Hij is, wat betekent dat voor de ander?

In dialooggroepen komt de laatste vraag geregeld ter sprake. ‘Als jouw geloof in Jezus waar is, wat betekent dat dan voor mij?’, is een vraag die niet zelden door moslims gesteld wordt. Laatst vertelden moslims dat het geloof zoals christenen dat hebben in Jezus best mooi is, maar dat de islam gewoon logischer lijkt, en dat de noodzaak van het geloof in redding door Jezus niet te begrijpen is. Wat zeg je dan? Wat is je antwoord als christen? In dergelijke gesprekken kan het gemakkelijk zijn het gesprek te sturen richting ‘God bewijzen’. Niet zozeer bewijzen dat Hij bestaat – dat geloven moslims en christenen immers beide, – maar wel willen bewijzen dat Jezus het gezicht van God is, de weg naar de Vader.

Mijn diepere overtuiging is echter dat het in eerste instantie niet zozeer nodig is dat christenen van alles gaan bewijzen, of althans, dat proberen te doen, maar dat God vooreerst iets bewijst. En God is niet stil. Hij sprak Zich uit. Hij bewijst…Zijn liefde, die Hij bevestigt door de dood van Christus voor ons.

Wanneer een christen een oprecht gemeende vraag van een moslim krijgt om het christelijk geloof logisch uit te leggen, mag een christen daar gehoor aan geven en proberen uit te leggen – te bewijzen – waarom het geloof in Jezus als de Redder voor de wereld zo nodig en zo prachtig is. Maar logica alleen is niet voldoende. Een moslim wordt geen volgeling van Jezus door enkel en alleen de orde van de logica te volgen. Als christenen niet a priori aan het gesprek met de moslim geloven in de waarheid van Romeinen 5 vers 8, valt er weinig te bewijzen.

Romeinen 5 vers 8 zegt: ‘Maar God bewees ons zijn liefde doordat Christus voor ons gestorven is toen wij nog zondaars waren.’ Maak dat maar eens passend in de wetten van de logica. Met Paulus kom je er dan al gauw achter dat dat een mission impossible is (zie 1 Korinthe 1, waar de verkondiging van een gekruisigde Christus aanstootgevend en dwaas genoemd wordt). Een nieuw perspectief is nodig. Een nieuw perspectief op het bewijs wat God zelf geeft: Christus, de gekruisigde, als bevestiging van Gods liefde. Je bent gemaakt om – in Christus – geliefd te worden en om lief te hebben. Logisch? Nee, maar van die liefde wil ik een levend bewijs zijn.

God laat zich niet bewijzen, Hij bewijst zichzelf. Door Christus, in wie je je door God geliefd mag weten.