Een liefdesoffensief – juist nu!

Door Erika van Nes

Geweldig nieuwsbericht:

Vluchtelingen overrompeld door liefde uit de kerken.
Vele duizenden vluchtelingen kwamen in West-Europa voor grote verrassingen te staan. Vanuit de kerken werden deze vluchtelingen overspoeld met liefde, aandacht, warmte, medische zorg, en woonplekken. De vluchtelingen voelden zich zeer welkom door de houding van deze kerken. Ze ervoeren op deze wijze letterlijk de liefde van God door middel van de open armen en open harten van de volgelingen van Jezus.

Wat een prachtig nieuwsbericht!
Maar helaas… ik lees het in mijn dromen. De werkelijkheid is als volgt: op de zondagmorgen na de aanslagen in Parijs lees ik op NU.nl de titel van dit nieuwsbericht: ‘Radicale moslims benaderen vluchtelingen in Duitsland’. En in mijn gedachten zie ik het al gebeuren: veel West-Europeanen die (opnieuw) hun hart en gedachten sluiten voor vluchtelingen. Die hen vooral buiten de grenzen willen houden. Omdat ‘ze’ ons overspoelen, ons land innemen, verkeerde bedoelingen hebben, of nu ook benaderd worden door radicale moslims en zelf mogelijk radicaliseren. Beter nu de grens sluiten, en ons veilig wanen. We willen toch niet zelf in de hand werken dat er terroristen gerecruteerd worden onder de mensen die wij van ‘bed, bad en brood’ voorzien? Stank voor dank, en je krijgt er een boel ellende door.

Een heel begrijpelijke én menselijke reactie. Beschermen wat je hebt, en datgene buitenhouden wat een bedreiging vormt of waarvan je dénkt dat het een bedreiging vormt. Maar kan het ook anders? Móét het misschien anders?

Op diezelfde zondagmorgen, een paar uur later, hoor ik in de kerk een preek over Jezus’ woorden (Mattheüs 25). Om ‘de minste’ (waaronder de vluchteling) te dienen, en zo Jezus Zelf te dienen. Omdat Gods hart uitgaat naar ‘de minste’, omdat dit bij God top-prioriteit heeft.

En mijn droom komt terug. Ik droom dat vluchtelingen ontvangen worden met open armen. En vooral: met open harten. Ik droom dat er zó veel liefde over vluchtelingen uitgegoten wordt, dat er niet de minste plek in hun hart is om warm te lopen voor de boodschap van radicalen. Dat ze het hier zó goed hebben dat er geen enkele behoefte ontstaat om terroristische activiteiten te ondernemen. Ik droom dat vluchtelingen hier, júíst hier in het Westen waar we openlijk en vrij Jezus mogen volgen, zó veel van Gods liefde ervaren en leren kennen dat het kwaad geen invloed heeft. Met recht een liefdesoffensief, júíst nú!

Naïef? Wellicht. Zal er zo geen terroristische actie meer komen? Helaas waarschijnlijk nog steeds. Maar is er een alternatief voor een volgeling van Jezus? Kan een volgeling (een ‘slaaf’) van Jezus anderen mensonwaardig behandelen? Waar laten we ons door leiden? Door angst, of door volmaakte liefde die angst uitsluit (1 Johannes 4:18)?

Laten we eerlijk zijn: uitreiken naar ‘de minste’ is niet altijd leuk. Is soms ‘stank voor dank’ krijgen. En soms ga je met angst en beven. Ga je tegen alles en iedereen in, ook tegen je eigen hart wat in je keel bonst. Maar welk nieuwsbericht willen we werkelijkheid laten worden?

Nog even, en we vieren het Kerstfeest. Maar hoe kunnen we over een paar weken Christus ontvangen (in onze mooie kleding, met volop eten en drinken), als we Hem buiten laten staan in het (naakte, hongerige, dorstige) gezicht van de vreemdeling?
Hoe zal ik U ontvangen? Hoe wilt Gij zijn ontmoet?