Valentijn: Vier de liefde

Vier de liefde – dat doen we met Valentijn. Maar de vraag is natuurlijk: Welke liefde? En de vraag kan opkomen: Ben ik wel geliefd? Met wie kan ik die liefde vieren? De bijbel heeft veel te zeggen over de liefde van God, het is eigenlijk één grote liefdesbrief van God aan mensen. Maar wie mag die liefde van God krijgen?

Dat was een vraag die Jezus kreeg op een dag: Als de wetten van God samengevat kunnen worden met ‘Liefde. Liefde voor God en liefde voor de naaste’- wie is dan mijn naaste? Wie hoort er nog bij Gods familie, en wie misschien niet meer? Jezus antwoordt dan met een verhaal (op de beamer als bijbeltekst).

Een verhaal dat gaat over liefde. Gods liefde, voor wie die liefde bedoeld is en wat de voorwaarden zijn om Gods liefde te ontvangen. Het verhaal gaat alsvolgt[1]:

30 Jezus antwoordde: “Er reisde eens een man van Jeruzalem naar Jericho. Onderweg werd hij overvallen door rovers. Ze sloegen hem halfdood en beroofden hem van alles wat hij had. Daarna gingen ze weg en lieten hem zo liggen. 31 Er reisde toevallig ook een priester langs die weg. Hij zag de man wel liggen, maar liep met een boog om hem heen. 32 Daarna kwam er een tempeldienaar langs, maar ook hij liep met een boog om hem heen  . 33 Daarna kwam er een man uit Samaria  langs. Toen hij dichtbij was gekomen en hem zag, kreeg hij medelijden met hem. 34 Hij ging naar hem toe en verzorgde de wonden met olijf-olie en wijn. Daarna verbond hij hem, zette hem op zijn ezel en bracht hem naar een herberg. Daar verzorgde hij hem verder. 35 De volgende dag gaf hij de herbergier twee zilverstukken en zei tegen hem: ‘Zorg voor deze man. En als zijn verzorging méér kost, dan zal ik je dat betalen wanneer ik terugkom.’ 36 Wat denk je. Wie van deze drie mensen is nu een broeder geweest voor de man die door de rovers was overvallen?” 37 De wetgeleerde antwoordde: “De man die goed voor hem is geweest.” Jezus zei tegen hem: “Ga, en doe hetzelfde.”

Dit lijkt een mooi verhaal met een praktisch advies: Wees goed voor anderen, wie dat ook maar is. Ook een vijand, zoals de Samaritanen gezien werden, kan een naaste zijn en moet je dus lief hebben. Maar Jezus wil veel meer zeggen dan alleen een moreel advies over goed gedrag. Hij wil leren over wie God is en hoe God jou gaat redden van de ondergang. En daar gaat dit verhaal dus over.

In het verhaal zien we drie mensen die reageren op het zien van een ernstig gewonde reiziger. Van de eerste twee personen verwacht men dat die zullen ingrijpen, maar ze lopen met een grote boog eromheen.

Maar de derde man, een Samaritaan, van wie je het niet verwacht, díe grijpt juist wél in. Samaritanen waren in de tijd van Jezus de vijanden. Het was een ander volk, met ander geloof en andere gebruiken, die vaak niet klopten met de eigen gebruiken. Samaritanen waren mensen waar je niet mee om moest gaan, want dat maakte je zelf onrein. Je liep er het best met een grote boog omheen. En andersom ook.

De Samaritaan is als enige van de drie die ‘met ontferming bewogen’ is met die gewonde man: Het raakt hem, het gaat hem aan het hart, zoveel slechtheid en ellende te zien in het leven van die man. Hij móet er iets aan doen, ook al is het misschien wel een vijand. En zo daalt hij af van zijn ezel en komt naast de man zitten – zijn kleding wordt vies van bloed en stof. Er spreekt diepe liefde voor de ander uit de handelingen van de Samaritaan. Hij moet niets, maar hij geeft alles. Een kostbare demonstratie van onverwachte liefde.

Misschien heb je dat gevoel ook wel eens: Dat er heel wat priesters en levieten langs jou lopen, maar je niet zien. Dat er geen aandacht is voor jouw problemen. Geen hulp, hooguit wat goede adviezen van mensen die er toch niets van begijpen. Soms hoor je juist verwijten – had je maar…. Je moet meer je best doen… het is vast je eigen schuld dat….

Maar soms is iets níet jouw schuld. En soms kún je niets doen. Wie ziet jou dan nog?

Maar misschien denk je dan ook wel eens dat God zo is. Niet naar jou omkijkt. Je zorgen en moeiten niet wil zin. Dat jouw toestand hém niet raakt. En dat hij dus niet van je houdt.

Wat denk je: Zou God inderdaad zo zijn? Of zou hij misschien die Samaritaan kunnen zijn? Degene die je niet verwacht, maar die toch uit diepe liefde en bewogenheid alles geeft om naast je te zitten en je te helpen?

Dat is het beeld dat Jezus geeft van wie God is – en wie hij zelf is.

Jezus laat hier zien: Denk niet dat God met een boog om jou heen loopt. Dat het hem koud laat waar jij doorheen gaat, dat het hem niet raakt! Nee, jij gaat hem nauw aan het hart. Hij houdt van je want Hij heeft je gemaakt. Je afkomst, je kleur, je religie – het maakt voor zijn liefde niet uit. God is als die Samaritaan. Diep bewogen met jouw lot en betrokken op jouw leven.

Want hij ziet je zoals je bent en kent je zoals je bent.

Die diepe bewogenheid van God blijft niet hangen in de lucht (Love is in the air…). Nee, net als die Samaritaan, die van zijn hoge positie afstapt, van de ezel op de grond en zo de wereld van de reiziger binnenkomt, zo komt God ook deze wereld binnen. Want Gods liefde wordt concreet. En de bijbel zegt dat zo: “Want God houdt zoveel van de mensen, dat Hij zijn enige Zoon aan hen heeft gegeven. Iedereen die in Hem gelooft, zal niet verloren gaan, maar zal het eeuwige leven hebben[2]”. 

In Jezus komt God naar deze wereld, naar jouw wereld om naast je te komen in jouw omstandigheden. Jezus had er, net als die Samaritaan, alles voor over. Zijn rijkdom, zijn goede naam, ja zelfs zijn leven. Dat zei Jezus tegen zijn volgelingen:

Iemand die zijn leven over heeft voor zijn vrienden, heeft de grootste liefde. Grotere liefde bestaat niet. 14 Jullie zijn mijn vrienden als jullie doen wat Ik jullie zeg[3].

Maar ben jij dan een vriend van Jezus? Wat moet jij daar voor doen?

Jezus zegt, nadat hij zijn volgelingen ‘vrienden’ heeft genoemd: Het is niet zo dat jullie Míj hebben uitgekozen. Ik heb júllie uitgekozen en aangewezen. En later schrijft zijn leerling Johannes: Wij houden van God omdat Hij eerst van óns hield[4]

En dat laat Jezus hier in dit verhaal zien: God is liefde. En hij deelt zijn liefde uit terwijl jij hem misschien niet eens kent – net als die Samaritaan zijn liefde deelt met die onbekende, gewonde vreemdeling! De gewonde man is niet eens in staat om zélf de voorbijgangers aan te klampen. De Samaritaan heeft hem niet eerst gevraagd: Betaal je me alles terug? Vergoed je mijn olie, mijn vieze kleding? Nee. Helemaal niks kon die gewonde man doen – en tóch had de Samaritaan hem lief. Zo is het met God: Helemaal niets kun jij voor Hem doen en tóch geeft Hij jou zijn liefde. Omdat hij begaan is met jouw leven. En Hij wil jou het beste geven wat er is. En het beste wat God kan geven is zichzelf: Jezus. Toen Jezus op aarde rond liep was hij voortdurend ‘met ontferming bewogen’. En dat deed Jezus uit liefde voor de ander. En hij doet het nog steeds uit liefde voor jou en mij.

Wanneer Jezus aan het eind van het verhaal de wetgeleerde aanspoort om ‘hetzelfde’ te doen. Hij spoort je aan om Jezus te erkennen als je naaste, als jouw Samaritaan. En om dus jezelf te erkennen als de gewonde reiziger, die niets meer kan behalve liefde en verzorging ontvangen van die vreemde die zijn leven binnenkwam.

Jezus zegt: Ik ontferm mij over jou. Ik wil je leven binnen komen. Want ik geef je alles wat je nodig hebt. En alleen IK kan je dat geven. Accepteer je die liefde? Beantwoord mijn liefde door mij toe te laten in jouw leven. Laat mij jouw naaste, jouw Samaritaan zijn. Want God is liefde en Jezus is zijn bewijs.. Ook al denk je dat dat niet kan, omdat je alleen bent. Maar weet, dat je in dit gebouw niet alleen bent, maar geliefd bent. En ook als je straks deze plek verlaat, terug naar je eigen woning – dan nog blijf je niet alleen. God gaat met je mee. Hij houdt van je, hij wil jou. Vier dus de liefde, Gods liefde voor jou, zichtbaar in Jezus. Vier het door zijn liefde te accepteren. Laat Jezus jouw barmhartige Samaritaan zijn. Want echte liefde komt van hem. Zonder voorwaarden. Wees en weet je, geliefd!.

Martijn Leeftink (martijn@hetkruis.org)

Naschrift:

God is liefde. Zoals de bijbel zo mooi schrijft over Liefde, en door Jezus in praktijk gebracht:

De liefde is geduldig en vriendelijk. (zoals God de tijd neemt met jou) Liefde wordt niet jaloers (zodat God je nergens toe dwingt). Liefde schept niet op en vindt zichzelf niet vreselijk belangrijk (Zoals Jezus zich nederig opstelde en anderen diende). 5 Liefde zegt of doet geen onaardige dingen en denkt niet alleen maar aan zichzelf (Zoals God juist aan jou dacht toen Hij Jezus stuurde) Liefde raakt niet verbitterd (zoals Jezus niet opgaf, toen mensen hem in de steek lieten). Liefde vergeeft als een ander iets verkeerds heeft gedaan (Zoals Jezus aan het kruis zijn moordenaars vergaf). 6 Liefde is niet blij met oneerlijke dingen, maar met de waarheid (Zoals Jezus hypocrisie ontmaskerde en valse toewijding aan God). 7 Liefde vertelt fouten van andere mensen niet door, denkt altijd het beste van een ander en blijft altijd geduldig (want God ziet jou met jouw mogelijkheden). 8 De liefde schiet nooit tekort en verdwijnt nooit. (Want God blijft altijd bij je)[5].


[1] De Bijbel. Lukas 10:25-37.

[2] De Bijbel, Johannes 3:16

[3] De Bijbel, Johannes 15:13-14

[4] De Bijbel, 1 Johannes 4:19

[5] De Bijbel, 1 Korinthiers 13:4-8