Van Marrakesh naar Medina?

Gedachten bij de Marrakesh Verklaring

Door: Martijn Leeftink

Onlangs kwamen in Marrakesh, Marokko, vele islamitische geleerden uit islamitische landen bij elkaar om samen door te spreken over de rechten van religieuze minderheden in islamitische landen. Deze conferentie leidde tot de “Marrakesh Verklaring”[1]. Daarin roepen deze geleerden, voorgangers, wetenschappers en theologen in vrij duidelijke bewoordingen op, om alles wat kan leiden tot agressie en extremisme jegens andere groeperingen, weg te halen uit de onderwijscurricula. Om juridische stappen te nemen om gelijkwaardig burgerschap te realiseren voor alle leden van de samenleving en om als minderheid een beweging te vormen om op te komen voor je rechten. Maar vooral verklaart het dat religie nooit en te nimmer aangewend mag worden om agressie te rechtvaardigen jegens religieuze minderheden.

De Verklaring wordt over het algemeen vrij positief ontvangen, al zijn er ook kritische geluiden te horen. Een aantal zaken die bijvoorbeeld ongenoemd blijven (zelfs in de speeches die tijdens de conferentie gehouden werden) zijn essentieel voor een positieve, concrete uitwerking van deze mooie woorden. Ik noem:

  1. Wie zijn de religieuze minderheden precies? Zijn dat de ‘mensen van het boek’ die met verblijfsvergunning residentie houden in een islamitisch land, en zodoende gewoon naar hun erediensten mogen gaan? Of worden daar ook mee bedoeld (islamitische) sekten, zoals Bahaí, Ismaïliye, Alawieten of Ahmadiya’s, die nu over het algemeen nogal gediscrimineerd worden.
  2. Betekent de verklaring dat voortaan iedere moslim het recht heeft de islam te verlaten en christen, jood, atheïst of boeddhist te worden, zonder problemen?

Dit zijn belangrijke vragen. Gelukkig zullen veel moslims, en deze leiders, zich daar ook daadwerkelijk mee willen bezighouden.

Een belangrijke achterliggende vraag is echter wat de werkelijke doelstelling van de conferentie is. Een bekende Marokkaanse ex-moslim verwoordde het zo op tv: “Is dat om werkelijk alle groeperingen gelijke rechten te geven, of is de doelstelling om een oud fundament van 1400 jaar weer onder het stof te halen en op te poetsen? In dat geval is ‘Marrakesh’ niet een ‘prachtig initiatief’, maar simpel weg ‘mooi makerij’[2].”

Rachid verwijst hier naar het oude Handvest van Medina. De crux van ‘Marrakesh’ zit hem dus in de verwijzing naar dat document Handvest van Medina. Wat is de rol van dat document?

Handvest van Medina.

Het Handvest van Medina is een document dat, naar verluidt, door Mohammed is opgesteld kort nadat hij van Mekka naar Medina emigreerde. Daarin maakte hij afspraken met de verschillende stammen die in die stad leefden. Door veel moslims wordt dit document gezien als hét prototype van een grondwet die een pluralistische, tolerante samenleving realiseerde, voor elke etnische groep. Zó moet de werkelijke Islamitische Staat er uit zien.

Wanneer je de tekst van dit Handvest doorleest[3], dan vallen bij dit ideaalbeeld nog wel wat vragen te stellen, vooral ook bij de toepasbaarheid ervan voor vandaag.

Het stuk lijkt vooral tot doel te hebben om de verschillende stammen uit Medina te verenigen[4], loyaliteit af te dwingen en zo Mohammeds leiderschap te consolideren, waarmee hij op termijn Mekka onder zijn gezag zou kunnen brengen, en vervolgens heel Arabië. Het document druipt van tribale taal en het is de vraag of sommige stammen wel echt veel keus hadden om het verdrag te tekenen of niet[5]. In het document komt meermalen naar voren dat bij verschil van mening en inzicht, het ultieme gezag bij Allah en Mohammed ligt – een merkwaardige twee-eenheid. Daarmee wordt dit document de uiting van een heuse theocratie.

Er wordt een sterk beroep gedaan op loyaliteit aan elkaar, ongeacht je afkomst of religie. Natuurlijk, in zo’n stammencultuur is dat belangrijk om te overleven. Maar als die loyaliteit niet van harte gaat, zullen stammen altijd redenen vinden om onder het verbond uit te komen. Zo ook de joodse stammen (van christenen is geen sprake in het Handvest). Zij hebben het recht hun eigen religie te behouden en te praktiseren. Maar moeten wel meevechten en bijdragen aan het algemene welzijn van de staat. Met als doel de Quraish stam in Mekka te verslaan (de stam van Mohammed die uitgesproken tégen Mohammeds pretenties was).

Middel of doel?

In het licht van de ontwikkeling van Mohammeds leiderschap sinds Medina, lijkt het Handvest toch vooral eerder een middel te zijn dan een doel. Uit de verhalen van Ibn Ishaaq wordt duidelijk dat Joden aan de ene kant lastig gevallen werden om toch voor het geloof van Mohammed te kiezen en tegelijk zie je dat Joden onder het pact uit willen komen en aanleidingen zoeken, niet in de laatste plaats omdat Mohammeds religieuze aspiraties niet overeen kwamen met hun eigen geloof. Wanneer dan de mogelijkheden zich voordoen, zien we dat het verbond gebroken wordt. De Joodse stammen worden als straf verbannen, later wordt er zelfs één uitgemoord. Allemaal tribale oorzaak-gevolg-logica in die tijd en cultuur. Die uitbanning en uitmoording is ‘normaal’ omdat dat de consequentie is van het verbreken van het Pact[6]. Wie zich niet loyaal opstelt, wordt uitgebannen of uitgeroeid. Zo werkt dat in een stammencultuur.

Als de joodse stammen zich niet aan de afspraken hielden, deed Mohammed dat zelf dan wel? Waar het Handvest door velen gezien wordt als hét voorbeeld van gelijkwaardigheid van ieder burger, zien we niet veel later in de tijd verzen in de koran over joden en christenen, die heel anders spreken. Openbaringen die leidden tot het beruchte Dhimmie-verhaal: Bescherming voor Joden en Christenen als minderheid in ruil voor betaling – niet op grond van gelijkwaardigheid en gelijke rechten. Hoe meer Mohammed de macht kreeg, hoe meer hij zich kon veroorloven verdragen en Handvesten naar zijn hand te zetten of ruim te interpreteren. Niet zelden gepaard met een openbaring van hogerhand. Kort voor zijn dood heeft hij zelfs gezegd dat heel Arabië christen- en joden-rein moet worden[7].

En ergens in zijn laatste levensjaren, rondom de gebeurtenissen van de eerste bedevaart naar Mekka en de inname van Mekka, verklaarde Mohammed dat hij van God geopenbaard had gekregen dat hem van de plicht ontsloeg zich aan alle voorgaande verdragen met afgodendienaars te houden. Geldt dat ook niet voor het verdrag, het Handvest van Medina?[8]

Van Marrakesh naar Medina?

In dit licht bezien heeft het er alle schijn van dat het Handvest van Medina in zijn tijd, en ‘for the time being’, wellicht een hoogtepuntje in tolerantie en religieuze vrijheid was, maar niet zomaar op de huidige tijd toegepast kan worden. Het lijkt een pragmatisch document dat niet lang stand hield, omdat het geen doel op zich was, maar een middel. Het is daarom niet wenselijk dit Handvest, gezien de uitwerking ervan, als norm en uitgangspunt te nemen, als je werkelijk de situatie van minderheden wil verbeteren. Wanneer de Marrakesh Verklaring zich nadrukkelijk wél aansluit bij dat Handvest, dan is de vraag van Rachid gerechtvaardigd, en is er een vervolgverklaring nodig. De ontwikkeling zou moeten zijn ‘van Medina naar Marrakesh’. Andersom is achteruitgang.

Het is bemoedigend om te zien dat deze belangrijke leiders tegen de stroom op durven te zwemmen en met zo’n verklaring komen. Mijn wens is, dat de islamitische leiders de toon van Marrakesh durven door te zetten in de praktijk, zonder automatisch terug te vallen op zo’n oud document als het Handvest van Medina. Laten wij, niet-moslims die de mond vol hebben van gelijke rechten, die uitgestoken arm aanpakken om zo met onze moslim broeders en zusters te werken aan meer begrip en vrede onderling. Die uitvoering is natuurlijk nog een hele klus. Het vergt tijd en die moeten we de moslimgemeenschap gunnen.

 

[1] Zie  http://marrakeshdeclaration.org/ In een nederlandse vertaling-met-interpretatie te lezen via: http://fahminstituut.nl/publicaties/marrakesh-verklaring/

[2]   https://www.youtube.com/watch?v=-QPbQKX7cAg. Broeder Rachid heeft een punt, aangezien de Marrakesh Declaration zelf zegt: “…DECLARE HEREBY our firm commitment to the principles articulated in the Charter of Medina”.

[3] Op verschillende plekken overgeleverd. Meest bekend in de versie van Ibn Ishaaq in zijn biografie over de profeet Mohammed, bijna 100 jaar na Mohammeds dood opgesteld.

[4] Het document spreekt over “…concerns the Believers fled from Mecca and those of Medina , as well as those who follow them… for they are a community excluding all other men” De verschillende stammen moeten hun stammenstrijd staken, en nu samen als ‘nieuwe stam’ van ‘gelovigen’ samenwerken. En passant worden de niet-gelovigen uit Medina (zoals de Joden en afgodendienaars) mee betrokken in de regulaties van het Handvest.

[5] Vergelijk de Universele verklaring van de rechten van de mens. Ook opgesteld door nieuwe staten, nog maar net ontworsteld aan koloniale machten. Ze hadden niet veel keus. Tegenwoordig achten veel van die landen zich niet aan die verklaring gebonden, omdat ze andere visies op mensenrechten hebben – waaronder de islamitische landen, die later met hun eigen ‘Cairo verklaring’ kwamen. Marrakesh sluit overigens niet daarbij aan, maar bij de VN verklaring!

[6] Zie ook Odaci en Mol in het Nederlands Dagblad van 9 februari: https://www.nd.nl/nieuws/opinie/de-uitgestoken-moslimhand.1333017.lynkx

[7] http://sunnah.com/muslim/32/75  . Tirmidhi en Muslim laten Mohammed ‘joden en christenen’ zeggen. Buchari spreekt over ‘mushrikeen – afgodendienaars’ (in de praktijk: joden en christenen)

[8] Declaration of immunity. In Ibn Ishaq in het hoofdstuk over Tabuk (in mijn versie hoofdstuk 25). “It proclaimed that Allah and His apostle, after this pilgrimage, were absolved from observance of all treaties which they had previously made with idolaters.” In dit hoofdstuk wordt ook genoemd dat er taks van joden en christenen werd geheven. Alle gelijkwaardigheid en gelijke rechten lijken verdwenen.